Alternatieve warmtevoorziening Zuid-Holland dichterbij

Foto: Provincie Zuid Holland

De gemeenteraad van Rotterdam heeft op 7 februari 2019 in ruime meerderheid ingestemd met een bestuursovereenkomst met de provincie Zuid-Holland waarin investeringen in warmtelevering vanuit de Rotterdamse haven naar Leiden zijn vastgelegd.

Op 30 januari 2019 gingen Provinciale Staten akkoord met deze afspraken. De komst van een warmtenet naar Leiden is hiermee een stap dichterbij gekomen. Benutting van restwarmte uit de Rotterdamse haven helpt om de uitstoot van CO2 terug te dringen en is cruciaal om de afhankelijkheid van Gronings aardgas te verminderen.

Leiding over Oost

De bestuursovereenkomst regelt investeringen in de Leiding over Oost. De overheid houdt zeggenschap over de aan te leggen infrastructuur. Gekozen wordt voor een systeem dat op termijn door verschillende bronnen gevoed zal worden, zogeheten ‘open access’, al zullen bestaande leveringscontracten worden gerespecteerd en legt de diameter van de pijp beperkingen op. De gemeente Rotterdam stelt €118 miljoen aan het Warmtebedrijf Rotterdam beschikbaar, waarmee onder meer de Leiding over Oost kan worden gerealiseerd. De provincie stort €137,5 miljoen in het Warmte Participatie Fonds, eveneens bestemd om onder meer de Leiding over Oost mogelijk te maken.

Het tracé van de Leiding over Oost loopt vanaf Rotterdam-Zuid, gaat daarna recht naar het noorden en passeert Zoetermeer aan de oostkant. De nieuwe leiding biedt de mogelijkheid om bedrijven en woningen langs het tracé aan te sluiten, waaronder de brouwerij van Heineken. De nieuwe leiding eindigt in Leiden. In Leiden ligt al een warmtenet die op dit moment gevoed wordt met warmte uit een gasgestookte elektriciteitscentrale midden in het centrum. Op dit warmtenet zijn nu circa 13.000 woningen aangesloten.

Warmtenetten in Zuid-Holland

De provincie heeft de ambitie om heel Zuid-Holland te voorzien van gekoppelde warmtenetten. De industrie in de Rotterdamse haven blaast nu jaarlijks meer warmte de lucht in dan alle huizen en kassen in Zuid-Holland in dezelfde periode verbruiken. Dat is zonde van de aanwezige restwarmte. Bovendien heeft Rotterdam de uitdaging om energie zowel schoon, betaalbaar als voor iedereen toegankelijk te maken. De verwachting is dat de Rotterdamse industrie ook in de toekomst, als fossiele bronnen zijn afgebouwd, restwarmte blijft produceren. Het is de bedoeling om warmtenetten in de toekomst behalve met restwarmte ook met aardwarmte te voeden. De ondergrond van de provincie is namelijk erg gunstig voor de winning van aardwarmte. De warmtenetten krijgen buffers die de leveringszekerheid garanderen en punten waar pieken in de elektriciteitsproductie, bijvoorbeeld uit windenergie, worden omgezet in warmte.

Han Weber, gedeputeerde provincie Zuid-Holland: “Dit is een belangrijke mijlpaal voor de energietransitie in Zuid-Holland. Alles wat je bespaart hoef je ook niet op te wekken. Het is onzin om 2 gasvlammen te laten branden als het ook met 1 kan. En dit is nog maar het begin. We krijgen een hoogwaardig alternatief voor aardgas, dat veel geavanceerder zal zijn dan stadsverwarming. Een warmtenet dat pieken kan opvangen en plaats biedt aan concurrerend aanbieders.”

Weber is voorzitter van de Warmtealliantie Zuid-Holland, waarin naast Provincie, WBR en de gemeente Rotterdam ook Eneco, Havenbedrijf Rotterdam en Gasunie deelnemen. Naast de Leiding over Oost worden binnen de alliantie ook voorbereidingen getroffen voor een Leiding door het Midden van Rotterdam naar Den Haag. Hierbij neemt Eneco het voortouw. Havenbedrijf Rotterdam en Gasunie bespreken financiële participatie in deze leiding. Beide partijen ontwikkelen zelf een aftakking richting Westland en voorzien in een verbinding met de Vondelingenplaat om aan de warmtevraag vanuit de glastuinbouw te kunnen voldoen.

Verdere besluitvorming

Het definitief investeringsbesluit voor de Leiding over Oost wordt later dit jaar genomen door het Warmte Participatie Fonds, een investeringsfonds van de provincie, het Warmtebedrijf Rotterdam en haar aandeelhouders. Een succesvolle aanbesteding en de uitkomsten van de definitieve business case zullen bepalend zijn voor deze definitieve beslissing, die rond de zomer wordt verwacht.