De gemeente Leiden staat voor een uitdaging om tussen nu en 1 juli huisvesting te regelen voor 180 statushouders, migranten met een verblijfsvergunning. Het afgelopen halfjaar heeft de gemeente haar doelstelling van het huisvesten van 163 statushouders niet gehaald, met slechts 68 nieuwkomers ondergebracht.
Leiden is niet de enige stad met problemen bij de opvang van statushouders. Uit nieuwe cijfers van opvangorganisatie COA blijkt dat slechts 49 gemeenten in Nederland hun doel hebben gehaald, terwijl bijna driehonderd gemeenten dit niet is gelukt. Hierdoor is er een totale achterstand van meer dan 12.000 statushouders op de aanvankelijke opdracht.
Voor het komende halfjaar staat Nederland voor een enorme opgave. Er moeten in totaal 30.000 statushouders een woning vinden, inclusief 17.700 statushouders die in het nieuwe jaar gehuisvest moeten worden. Dit is een recordhoog aantal statushouders dat een plek nodig heeft.
Naast de opvang van statushouders, gaat ook de uitvoering van de spreidingswet door in Leiden. De regeling zorgt ervoor dat er voldoende opvangplekken zijn voor asielzoekers die nog op een verblijfsvergunning wachten. Leiden heeft 740 van deze plekken geregeld, inclusief 70 voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De gemeente heeft extra geld van het rijk ontvangen, namelijk 74.549 euro, om al deze plekken te vinden.
In totaal moeten honderd gemeenten extra plekken voor asielzoekers regelen dan oorspronkelijk gepland, wat neerkomt op 6000 extra plekken. Asielminister Faber streeft ernaar om dwang te vermijden, maar lokale bestuurders en COA willen vasthouden aan de huidige wetgeving.